dinsdag 7 maart 2023

Winters van toen. 1991

 We schrijven december 1991

Vandaag zag ik iets waar ik hard om moest lachen, het deed me denken aan vroeger en “How Time Flies”. Ons landje is al een week in de ban van de winter met zijn typische grijze sneeuwluchten en het ouderwets knerpende geluid van laarzen in de sneeuw*** In dit winters exterieur passen de sneeuwmannen, geboetseerd door kinderhanden. Deze “jongens” herrijzen in tuinen als waren het Security Gards.

Vandaag zag ik een typisch voorbeeld van een Snowman anno 1991. Sneeuwman met Walkman. Met deze aanblik kon ik mijn lachen niet houden en tegelijk nam mijn gedachte de vlucht naar vroeger jaren. De tijden van sleetje rijden en de smaak van oma’s chocolademelk. Toen zagen de sneeuwmannen er heel anders uit, toen had je nog echte. Nu missen ze de zwarte ogen van toen. Weet je nog, de kolen van vroeger? Uit de ouderwetse kolenkit. De winterpeen die vroeger als neus fungeerde zie je nu ook niet meer. Tegenwoordig eet toch haast iedereen uit een pot of uit blik?

De bezem die als wandelstok diende is vervangen door een afgerukte tak. Trouwens een bezem, wie bezemt er nu nog zijn straatje? De zwarte hoed is ook schaars geworden maar gisteren zag ik toevallig nog een sneeuwman met zo’n hoedje. Vandaag had hij hem niet meer op, zeker gestolen. Het gemis van een shawl rond zijn nek maakt een troosteloze indruk.

Sneeuwman met Walkman, een hard gelach. Terwijl ik verder loop mompel ik:

 

Tijden verstrijken, normen vervagen.

Oma’s en opa’s raken we kwijt.

Het is nu heel anders als zij dat toen zagen.

Het is de erfenis van vadertje tijd.

Opwindende momenten van een jong spottertje op Zestienhoven

 =Gepubliceerd in "De Oud Rotterdammer", maart 2023=

Het moet rond mijn twaalfde jaar zijn geweest dat ik door mijn neef geïnfecteerd werd met het “Spottersvirus”, we praten over de begin jaren zeventig. Als je in Rotterdam woonde kon je die hobby het best op Zestienhoven, het huidige Rotterdam – The Hague Airport, beoefenen. Gewapend met verrekijker en registratieboekje, waar ik trouw alle vliegtuigen in opgetekende, ging ik zo vaak ik kon op de fiets vanuit Kralingen door weer en wind naar de luchthaven. Ik zal het nog sterker vertellen, ik ben zelfs een keer op de step gegaan.

Om het vliegveld op te komen moest je eerst langs een wachtcommandant. Zittend in zijn wachtpost  bediende hij de slagboom. Ik weet nog dat ik trouw iedere keer het verschuldigde bedrag betaalde, ik meen een dubbeltje. Mijn neef, die zelf in Overschie woonde, bracht bijna dagelijks een bezoek aan Zestienhoven en zei me: ‘als je volgende keer gaat moet je niet meer betalen, je rijdt langs de slagboom en steekt vriendelijk je hand op, voor dat duppie kan je weer wat lekkers kopen, succes’. Dat deed ik dus maar één keer, via een luidspreker werd ik terug gesommeerd. Of ik alsnog netjes betaald heb of direct met de staart tussen de benen naar huis ben gegaan is me ontschoten. Bedankt neef!

Piloten-latijn

Mijn neef had een radiootje waar je, buiten Veronica e.d., ook de frequentie die de luchtvaart gebruikte op kon ontvangen. Van mijn opa kreeg ik er ook één. Ik heb nooit durven zeggen dat ik niets van al dat Engelse heen en weer gebabbel tussen piloten en luchtverkeersleiding begreep. Maar luisterend naar deze berichten bleef ik er altijd wel heel ernstig bij kijken. Zo hield ik de schijn hoog dat ik begreep wat er zich in ons luchtruim afspeelde.

Voor spotters waren er op Zestienhoven wel een aantal interessante perioden te beleven. Zo kon je in het voorjaar een hoop plezier beleven aan de zgn. “Bollenvluchten”. Toeristen die een bezoek aan de Keukenhof brachten vlogen vaak op Rotterdam. Dat was dan een drukkere tijd en er zaten interessante kisten (want zo noemden we vliegtuigen) tussen. Bij mist kon je er zeker van zijn dat er vluchten van Schiphol op Zestienhoven landden. Dat waren de “uitwijkers”. Geweldig.


Heilige grond

In de vertrek- of aankomsthal kon je je vrij ophouden maar de hoge verkeerstoren was heilige grond. Als ik daar eens zou mogen kijken. Ik schreef soms een stukje voor de schoolkrant en bedacht me dat als ik nu eens over Zestienhoven zou pennen er misschien een kans was om me daar naar binnen te praten. Het lukte me, men was gevoelig voor de smeekbede van de jonge reporter, en mijn verslag kwam nog in de schoolkrant ook. Jammer dat het blaadje “Schoolflitsen” waarschijnlijk bij de ouwe kranten is terechtgekomen. 

De Koeieboot

Ik zal jullie niet belasten met de wetenschap welke toestellen Zestienhoven destijds aan deden. Eén ervan is wel het vermelden waard en roept wellicht bij één van de lezers herinneringen op. We hebben het over het viermotorig propeller vliegtuig de Carvair van British Air Ferries te herkennen  aan de bolle neus.  Hij vloog hoofdzakelijk op het Britse Southend en kon zelfs 5 auto’s vervoeren. Mijn opa noemde dat vliegtuig de “Koeieboot”, hoe hij daar aankwam weet ik niet maar ik denk niet dat die herkauwers er mee vervoerd zijn. 

Meevliegen

Wanneer je Zestienhoven opkwam kon je aan je linkerkant vrij gemakkelijk op het platform van de privé vliegtuigjes komen. Men vond dat blijkbaar niet zo erg als we daar als jochies een beetje rondscharrelden. Mijn neef, ja diezelfde van hierboven, kwam eens met een zeer interessante en opwindende mededeling.  Hij vertelde dat je soms wel eens kans maakte om mee te kunnen vliegen. Voor de zekerheid moest je dan wel een briefje van je ouders hebben waar opstond: de ouders van ….. geven onze zoon toestemming om te vliegen. ‘Er mot wel een handtekening onder staan anders geldt het niet’, kreeg ik nog als tip mee. Nou, ik heb heel lang dat briefje bij me gehad en het heel vaak gevraagd maar het is mij nooit gelukt, wederom bedankt neef!

De hobby verwaterde met de jaren maar toen ik tijdens mijn diensttijd bij de Luchtmacht Bewaking op Volkel werd gestationeerd vlamde de liefhebberij weer even op. Tegenwoordig heet Zestienhoven Rotterdam – The Haque Airport en zo af en toe breng ik er nog wel eens een bezoek aan of gebruiken we de luchthaven als vertrekpunt voor een reis naar zuidelijke oorden. Ik denk dan graag terug aan die opwindend mooie tijd die ik daar als spottertje heb doorgebracht.