vrijdag 11 maart 2022

Een dag naar zee, Hoek van Holland

 Met regelmaat gingen we in de zomervakantie daagjes naar Hoek van Holland. Met de trein. We stapten uit bij Hoek van Holland Strand en moesten dan ook best nog een eind lopen wanneer we echt bij de zee waren. In één lang lint liep de trein leeg en vingen de 20 minuten wandeling naar zee aan, de scheppen achter ons aan slepend. Mijn moeder had thuis altijd boterhammen gemaakt. Wittebrood met meestal komijne blok kaas erop, dat ging niet zo zweten met die warmte, zei mijn moeder altijd. Ik voel nog het zand tussen het brood zitten. Knarsend aten we het met veel smaak op want van de zeelucht kreeg je honger. Oh nee, trek! Honger mochten we niet zeggen. In de oorlog leed men honger zei mijn moeder. Af en toe mochten we een ijsje halen en dan was het dubbel feest. We waren niet uit het water te slaan, zandkastelen bouwen was ook een leuke bezigheid en als we baldadig waren ging we langs de vloedlijn door het water rennen en spetterden iedereen nat. Ik kan me ook nog herinneren dat het een keer keihard begin te onweren. Wij zaten nog op het strand. Ik heb nooit zo begrepen wat we daar nog deden want je ziet zo’n bui toch aankomen? Maar dat terzijde. ’s Avonds gingen we rozig met de groene Hondekop, de trein met de neus en druipogen van een trouwe hond, huiswaarts. De zomers in de jaren zestig waren heerlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten